Onlangs las ik het tweede deel van de uitgave van Damon met preken van Bernardus van Clairvaux over het Hooglied. Hieronder vind u een kleine inleiding op het leven van hem en wat hij heeft betekend. Dit is een bewerking van een paper die ik schreef voor het vak historische theologie. Ik rond af met een evaluatie over de nieuwste uitgegeven prekenbundel.
Zijn leven
Bernardus werd geboren in 1090 in Bourgondië, Noord-Frankrijk in een welgesteld gezin.[1] Bernardus bleek vanaf zijn vroege jeugd een getalenteerde studiebol.[2] Hierdoor werd zijn keuze vanzelf beperkt tot de kerk, hoewel zijn familie mogelijk een bestuurlijk kerkelijk ambt ambieerden.[3] Er was voor een jongeman met edel bloed slechts keuze tussen het arbeidsveld van de wereldlijke macht en die van de geestelijkheid.[4] In zijn tienerjaren besloot hij samen met familie, enkele vrienden en bekenden in te treden in het klooster. In het voorjaar van 1113 vond dat met dertig personen tegelijk plaats in Citeaux, een kwijnend klooster van de cisterciënzer orde. Vanwege zijn kwaliteiten en familierelaties werd hij daarna als stichter en abt van een nieuw klooster aangewezen in Clairvaux, een latijns-franse contractie van het begrip ‘heldere vallei’, gelegen op het grondgebied van zijn vaderlijk geslacht. Het stichten van een klooster betekende een hard leven met veel inspanning en weinig comfort. Bernardus was abt en had hierdoor een verantwoordelijkheid voor alle broeders die hem omringen. Het ging gedurende de periode 1118-1121 zijn reeds beperkte krachten te boven, waardoor hij zich voor een periode terugtrok.
Met psychologisch inzicht en retorische gaven wist Bernardus zijn monniken geestelijk te stimuleren. Bernardus kwaliteiten werden herkend. Zijn werkkracht was enorm groot. Het gevolg van zijn inspirerende optreden was dat zijn klooster Clairvaux grondlegger werd van veel dependances. Dit was één van de manieren waarop Bernardus invloed en nationale bekendheid kreeg. Aan de andere kant leidde hij kloosterlingen op die later een vooraanstaande positie in de organisatie van de kerk kregen. Hij kan zelfs Paus Eugenius II onder zijn voormalige leerlingen rekenen. Bernardus zelf ambieerde geen kerkelijk ambt buiten zijn klooster en sloeg verschillende bisschopsbenoemingen af. Door de nauwe verwevenheid van kerk en politiek kreeg Bernardus invloed op staatkundige en maatschappelijke ontwikkelingen, hij gold als een belangrijke vraagbaak van paus Innocentius II. Zo werd hij een bekwaam bemiddelaar in allerlei conflicten, hoewel biografen niet zwijgen over een harde en onbarmhartige opstelling. Niettemin leidde een clash met Abelardus niet tot een morele overwinning. Bernardus methode die uitging van leren door ervaring vond geen weerklank bij de opkomende scholastiek en de studenten die dat beoefenden.
De belangrijkste activiteit en de meest bekende vrucht van Bernardus leven zijn de nagelaten preken over het Hooglied. Deze bundel met 86 preken ontstond in de laatste twintig jaar van zijn leven. Wekelijks sprak hij over de tekst aan zijn kloosterlingen met grote aandacht voor de verschillen tussen het gesproken en geschreven woord.[5] Ondanks de vele afleveringen is Bernardus niet verder gekomen dan Hooglied 3 vers 4. Bernardus kende een broze gezondheid die als gevolg van zijn ascetische levenswijze steeds fragiel is gebleven. Aan zijn harde, werkzame leven kwam in 1153 een einde.
Bernardus in het licht van zijn tijd.
De betekenis van het kloosterleven voor het behoud van het christelijke geloof moet niet onderschat worden.[6] Meer dan de kerk als instituut zelf is het middeleeuwse klooster tot de verbeelding gaan spreken. Met oneindig veel energie en doorzettingsvermogen hebben de kloosterlingen zich tot taak gesteld het christelijke leven door te geven aan de volgende generaties. De idealen van het kloosterleven gingen dan ook de cultuur en intellectuele vorming stempelen.[7] Met onmiskenbare verachting van hun eigen leven en genot, getuigde het leven van de kloosterling van een ongeëvenaarde overgave aan God. Wanneer we Bernardus in zijn tijd plaatsen, dan mag dit allereest benadrukt worden. Hij koos voor een samenlevingsvorm van nederigheid en armoede en keerde zich daarmee expliciet tegen de inmiddels puissant rijke uitdossing van de kerk zelf. Daarmee sloot hij zich ook aan bij de brede hervormingsbeweging, die in de kerk van de 11e en 12 eeuw opkwam en die haar van nieuw elan voorzag.[8] Clairvaux maakte onderdeel uit van de cisterciënzers. Deze kloosterorde vond dat de weelde en relatieve luxe van de toen bestaande orden niet passen bij wereldverzaking, contemplatie en soberheid. Zij stonden een radicale naleving van de regel van Benedictus voor.[9]
Bernardus belichaamde in eigen persoon de verwevenheid van de macht en de kerk. Na de 8e eeuw was het in Europa gewoon geworden dan lokale en regionale machtshebbers zich van het eeuwige leven wilden verzekeren, door een eigen kerk of klooster op hun eigendommen te stichten. Daarmee werd het stichten van een klooster niet alleen een goede zaak voor de familie, maar ook voor de parochie waarin het stond. Omdat de familie doorgaans de leider van hun eigen kerk naar voren schoof, werden kerk en kasteel onderdeel van een onontwarbare kluwen van leiderschapsdynamiek, bekend als investituurstrijd. Deze vond niet alleen plaats rond de hoogste positie, de functie van paus, maar binnen het geheel aan benoemingen op alle niveaus. Het intreden en stichten van een klooster door Bernardus en zijn naaste verwanten is dus niet opmerkelijk, maar geheel in lijn van de gewoonten. Als telg van een adellijk geslacht, kwam hem als vanzelf de leiding toe van een klooster wat op eigen grondgebied was gesticht.
Bernardus had een eigen inbreng in de duiding van zijn tijd doordat hij als actief prediker de rol op zich nam om de kruistochten te prediken, hoewel hij het leiderschap van een kruistocht afwees. Daaronder lag een visie waarin hij de geestelijkheid kenschetste met de kwaliteiten van ridderschap en omgekeerd, zoals hij in zijn ‘Boek voor de ridders van de Tempel over de lof van de nieuwe ridderschap’ schreef. De echter ridder onderscheidde zich van de gewapende bruut door zich in te zetten voor een hoger doel. In Bernardus’ ogen kwalificeerde daarvoor alleen de liefde Gods. De ultieme uitoefening van dat krijgsmanschap was in zijn tijd gelegen in het bevrijden van Jeruzalem van de Saracenen, die als ongewoon bloeddorstig werden afgeschilderd.[10] Met zijn optreden sloot Bernardus naadloos aan bij de leer van de twee zwaarden, die door Gregorius VII onder woorden is gebracht. De kerk was daarmee gerechtigd om het even wie aan te stellen tot wereldlijke machthebber, hetgeen ook de weg bereidde om als kerk zelf te besluiten over wereldlijke interventies. Een morele oproep tot een kruistocht en een specifiek verzoek om ridders en soldaten te leveren, gold bijna als een bevel van God zelf. Een ander middel, het afkondigen van een godsvrede om lokale strijdende partijen tot rust ta manen, werd doorgaans door betrokkenen aan hun laars gelapt.[11]
De waarde van Bernardus
Tot slot wil ik me verder verdiepen in het eigene van Bernardus’ spiritualiteit. Hij kende een bijzonder beeldrijke omgang met de Schriften en de thema’s die hij aansneed vinden nog steeds weerklank. Zijn inzet en persoonlijkheid leidden tijdens zijn leven al tot een zodanige verering, dat niet lang nadat zijn verscheiden daar was, de eerste hagiografische levensbeschrijving al het licht zag. Deze beschrijvingen, gecomponeerd volgens vaststaande tradities en rolpatronen, geven slechts weinig historische betrouwbaarheid over belangrijke levensgebeurtenissen.[12] Wel blijkt hieruit en uit zijn nagelaten geschriften, dat Bernardus stond voor wat hij sprak.
Een belangrijk thema in zijn prediking was bekering. Bekering, conversio in het latijn van zijn dagen, is de afwending van de wereld en de toewijding aan God. Op die plek stond dan ook precies het klooster. Boven het klooster en de stringente benedictijnse ordepraktijk richtte Bernardus zich ook op het hart. Hij begreep heel goed dat een bekering van uiterlijkheden of het afleggen van de gelofte niet afdoende was. Bekering was bij hem naast de uiterlijke omkering ook een innerlijk proces. Bekering vindt altijd plaats in het licht van Jezus’ toewending tot de van God verweesde mens op aarde. Christus zelf is het Kind dat we moeten worden.[13]
Als onmiskenbaar meesterwerk geldt Bernardus uitleg van het Hooglied, het Canticum canticorum. Hij vormde daarmee het toppunt van een brede trend in zijn eeuw. Zijn meesterschap is zichtbaar in de literaire kwaliteit, tekstuitleg en de pedagogische en didactische lessen die hij daarin voor zijn hoorders besloten ziet liggen.[14] Hooggeroemd is Bernardus’ uitstekende Bijbelkennis. Het aantal citaten en allusies is eindeloos.[15] Het werk is ontstaan in de laatste fase van zijn leven. Evans ziet in dit werk niet alleen een schoolvoorbeeld voor het monastieke leven maar ook een autobiografische verslag van zijn eigen pelgrimsreis. In een kanttekening trof onderzoeker Dom Jean Leclerq echter een wanhopige kreet aan dat de gemeenschap ze niet begreep.[16]
Het thema van deze preken is zeer breed. Een kenmerkend element is in de literatuur benoemd als bruidsmystiek. Het gaat daarmee om de liefde van de gelovige tot Jezus net zoals het thema van deze brief gaat over de liefde van bruid en bruidegom. De kern daarvan kan gezien worden in Bernardus’ hooggestemde preek over Hooglied 1:2 ‘Laat Hij mij kussen met een kus van Zijn mond.’ Uit Bernardus’ woorden is te horen dat hij een opklimming veronderstelt van steeds hogere kennis. Daarvoor onderscheidt Bernardus de kus van de voeten en die van de handen. Beelden die denken aan de boetvaardigheid en oproepen tot zelfbeheersing door het leven van bekering. Hierop volgt pas de kus de mond. Daardoor wordt de liefde met God gesmaakt door bemiddeling van Zijn Zoon Jezus. Je aanschouwt Hem niet alleen, je kunt je in liefde met hem verenigen. Omdat Bernardus leert op grond van ervaring en niet op grond van louter verstandelijke kennisoverdracht, legde hij hiermee de kiem van de mystieke ervaring. Het overstromen van het hart met liefde tot God is daarvan het ultieme bewijs.[17] Bernardus’ naam is vermaard. Zijn nagelaten woorden zijn in Reformatie en ver daarna vele malen geciteerd en daarmee geïncorporeerd in vele spirituele stromingen na de Middeleeuwen.[18] Daarmee is hij een inspiratiebron tot in de 21e eeuw.
Evaluatie
Wat blijft me bij na het lezen van de tweede bundel met preken. Eigenlijk is het voor de globale lezer een enorme warboel. En dat komt door de allegorische manier van bijbeluitleg. Elk woord wordt op een associatieve manier verbonden met andere bijbelse woorden en daarmee ook met verbanden die het eerste begrip van de tekst overstijgen. En in sommige gevallen zelfs tegengesteld is. Niettemin is de boodschap die Bernardus meegeeft het overwegen waard. Zijn boodschap van nederigheid en afhankelijkheid maakt jezelf onderdeel van het universele christendom. De strijd in de twaalfde eeuw om het hart is niet heel veel anders dan tegenwoordig.
Een tweede waarneming is dat hij in de teksten op een heel directe manier feedback geeft op omstandigheden en op gedrag. Eén van de preken is uitgesproken naar aanleiding van het overlijden van zijn broer, die ook onderdeel uitmaakte van de kloostergemeenschap. Hij was Bernardus vertrouwenspersoon in vele zaken en een gids in de geestelijke. Bernardus grijpt de mogelijkheid tot preken aan om als een soort interludium zijn verhouding tot zijn broer en zijn ingang in de hemel voor het voetlicht te halen. En dat zonder dat het stoort.
Ook gaat hij in op taken en berispingen die hij als abt moet geven. Hij reflecteert op zijn eigen gezag en hoe de boodschap overkomt. Hij moedigt aan om hierin altijd een christelijke weg te zoeken. In een tijd waarin onderlinge vermaningen niet meer geduld worden en zeer zelden gehoord, is het een verademing om te kunnen lezen dat men elkaar op directe manier aanspoort om het christelijke leven niet te verzaken.
Bernardus is ook een wijs pastor. Bekering is een complex gebeuren. Het is in het geheel niet vanzelfsprekend dat met op heldere en directe wijze de liefde van Christus ervaart in het leven. Op zorgvuldige wijze bespreekt Bernardus hier de verschillen die optreden in de bekering. Het is niet velen gegeven om zowel krediet te geven aan wat ervaren wordt, als aan te sporen om meer genade van Christus te krijgen.
Bibliografie
Bernardus van Clairvaux, Bruiloft I: Preken over het Hooglied 1-24. Budel: Damon, 2021.
Bernardus van Clairvaux, Bruiloft II. Preken over het Hooglied 25-45. Budel: Damon, 2024.
Bernardus van Clairvaux, Ommekeer. Budel, Damon, 2009.
Bernardus van Clairvaux, God liefhebben. Kampen, Kok, 2010.
Aerden OCSO, Guerric. Bernardus van Clairvaux: Meester in de school van de liefde. Budel: Damon, 2020.
Aarden OCSO, Guerric. ‘Inleiding’ in Bernardus van Clairvaux, Ommekeer: De omvormende kracht van Gods Woord, vertaald door Krijn Pansters en Guerric Aerden OCSO. Budel: Damon, 2009.
Akker, Nico van den en Peter Nissen. Wegen en dwarswegen: tweeduizend jaar christendom in hoofdlijnen. Amsterdam: Boom, 2009.
Blockmans, Wim en Peter Hoppenbrouwers, Eeuwen des onderscheids: een geschiedenis van Middeleeuws Europa. Geheel herziene editie. Amsterdam: Bert Bakker, 2016.
Bredero, Adriaan H. Bernardus van Clairvaux: Tussen cultus en Historie, de ontoegankelijkheid van een hagiografisch levensverhaal. Kampen: Kok Agora, 1993.
G.R. Evans. Bernard of Clairvaux. Oxford: Oxford University Press, 2000.
McGrath, Alister. Christelijke theologie: Een introductie. 5de ed. Kampen: Kok, 2008.
Reuver, Dr. A. de. Verbogen omgang. Spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie. Zoetermeer: Boekencentrum, 2002.
Verbaal, Wim. “Inleiding” in Bernardus van Clairvaux, Bruiloft I: Preken op het Hooglied 1-23. Vertaald door Wim Verbaal en Nico Visser osb. Budel: Damon, 2021.
[1] Voor het leven van Bernardus heb ik gebruik gemaakt van G.R. Evans, Bernard of Clairvaux, (Oxford: Oxford University Press, 2000) 5-21; Guerric Aarden OCSO, Bernardus van Clairvaux: Meester in de school van de liefde, (Budel: Damon, 2020), 11-60; Dr. A. de Reuver, Verbogen omgang. Spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie, (Zoetermeer: Boekencentrum, 2002), 24-25, Wim Verbaal, “Inleiding” in Bernardus van Clairvaux, Bruiloft I: Preken op het Hooglied 1-23, vert. Wim Verbaal en Nico Visser osb, (Budel: Damon, 2021), 17-26
[2] De Reuver noemt hem een autodidact van uitzonderlijk niveau, 24
[3] Evans, Bernard of Clairvaux, 7
[4] De opkomende burgerij gaat pas een eeuw later een rol van betekenis spelen.
[5] Aerden, Bernardus, 35-37
[6] Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers, Eeuwen des onderscheids: een geschiedenis van Middeleeuws Europa, (Amsterdam: Bert Bakker, 2016), 85 Ik ga hier voorbij aan de betekenis van het kloosterwezen voor het in cultuur brengen van bosgebieden tot agrarische gronden en andere economische bijdragen.
[7] Blockmans, Eeuwen des onderscheids, 97
[8] Blockmans, Eeuwen des onderscheids, 255-294
[9] Blockmans, Eeuwen des onderscheids, 271
[10] Blockmans, Eeuwen des onderscheids, 245, 272; Nico van den Akker en Peter Nissen. Wegen en dwarswegen: tweeduizend jaar christendom in hoofdlijnen (Amsterdam: Boom, 2009), 98
[11] Van den Akker, Wegen en dwarswegen, 99
[12] Adriaan H. Bredero, Bernardus van Clairvaux: Tussen cultus en Historie, de ontoegankelijkheid van een hagiografisch levensverhaal, (Kampen: Kok Agora, 1993).
[13] Guerric Aarden OCSO, ‘Inleiding’ in Bernardus van Clairvaux, Ommekeer: De omvormdende kracht van Gods Woord, vert door Krijn Pansters en Guerric Aerden OCSO (Budel: Damon, 2009), 19-27; Guerric Aarden OCSO, Bernardus van Clairvaux: Meester in de school van de liefde, (Budel: Damon, 2020), 64-66; Evans, 23-24
[14] Wim Verbaal ziet in de tekst zelfs allerlei ‘dramaturgische’ elementen waarbij hij Bernardus ten opzicht van zijn hoorders probeert te verklaren, “Inleiding,” 43 en 62-79
[15] Wim Verbaal, “Inleiding,” 43
[16] Wim Verbaal, “Inleiding,” 50
[17] De Reuver, Verborgen omgang, 40-46
[18] De Reuver, Verborgen omgang, 51-54 en 273-275
Comments