De eerste brief van Clemens
Uit: Apostolische Vaders deel 2
Vertaling A.F.J. Klijn
Soms lees je iets wat heel erg oud is. Dat is de brief van Clemens. Het gaat om een klein geschrift uit de vroege kerk. Het is klein als we het afzetten tegen de boeken van vandaag waar de gemiddelde omvang al snel een paar honderd bladzijden betreft. Hier gaat het om een brief van de christelijke gemeente aan Rome aan de gemeente van Korinthe, omvang 42 pagina’s in quarto. Het is een brief met 9.800 woorden en is daarmee veel groter dan de langste brief van Paulus die ongeveer 7.100 woorden heeft. Het overtreft ook ruimschoots de langste brieven van Seneca en Cicero die ons nog bekend zijn.
Het was dus een hele belangrijke brief, want het schrijven van zo’n brief was een kostbaar gebeuren. Het kostte enorm veel geld voor de aanschaf van papier en het inhuren van een secretaris, grofweg geschat € 3.000 euro in huidige waarde. Het was er al ook een tijd niet van gekomen om de brief te sturen, want ten tijde van het schrijven vonden vervolgingen plaats onder Domitianus. Deze keizer werd in het jaar 96 om het leven gebracht en kort nadat zijn handelen die als “rampzalige voorvallen” worden getypeerd hebben plaatsgevonden kon Clemens zich aan het schrijven zetten.
Omdat brieven zeer kostbaar waren, werden ze niet zomaar als een email in de prullenbak geschoven, weggeswiped uit je leven. Nee, de brief werd veelvuldig in de gemeente voorgelezen. Daarnaast werden afschriften rondgestuurd aan gemeenten in de buurt die op hun beurt weer exemplaren rondstuurde naar gemeenten nog verder weg. Zo verspreidde zich de christelijke boodschap door de hele toenmalige wereld en werden de geschriften bewaard. In een Syrisch Nieuw Testament uit de 12 eeuw duikt de brief van Clemens dan ook op tussen de brieven van Paulus. Zo’n gezag had de tekst. Maar geen apostolisch gezag en daarom staat het niet in onze westerse bijbel.
De brief werd geschreven vanwege een dringend probleem. In Korinthe hadden wat overmoedige en troste jongemannen de ouderlingen afgezet. En dat is niet de bedoeling. Om die kern draait de brief. Hoe pak je het nu aan om alle details van de brief in de juiste verhouding te lezen? Dat is nog een hele kunst. Wat halverwege (44:3 van de 65 hoofdstukken) blijkt waar het precies om gaat: “Wij zijn van mening dat het niet gerechtvaardigd is mensen uit hun dienst te zetten die door dezen of later door andere aanzienlijke mannen, met instemming van de hele gemeente, zijn aangesteld en die onberispelijk de kudde van Christus in nederigheid hebben gediend, in rust en onder eigenbelang, terwijl ze gedurende lange tijd een goed getuigenis van allen hebben ontvangen”. Zo, die zit. Ook voor gemeenten Anno Domini 2024 waar karaktermoord op kerkenraadsleden en predikanten plaatsvindt, in welk kerkverband ze zich ook bevinden.
En Clemens vond zich geroepen om daar een sterke aanbeveling naar toe te sturen om de harmonie te bevorderen. En dat deed hij niet zonder al zijn retorische talenten in te zetten. En ook door de juiste mensen mee te sturen om als onafhankelijke adviseurs alles weer in goede banen te leiden. Claudius en Valerius Bito en twee anderen krijgen de brief in handen, gaan scheep te Rome en weten de zaak een zeereis verderop tot een oplossing te brengen. Claudius en Valerius, klinkende namen vanuit Romeinse elitaire kringen.
Het terugbrengen van rebelse jongeren is niet een zaak van groot geweld en evenmin van een militaristische tegenactie. Het is een zaak van tact. En dat hadden die klassieke christenen. Na de aanhef van de brief, die als een druppel water lijkt op die van Paulus, begint de Laudatio. Geen frontale aanval, maar een langzaam meegevoerd worden in een betoog van christelijke deemoed en bescheidenheid. Er wordt niet eerst slinks naar de tijden van Paulus brieven verwezen, toen het ook al wat was in die gemeente. Nee. Er wordt verbinding gezocht met het Hoofd Christus en Zijn Geest die overvloedig in Korinthe werkzaam was. Daar stonden deze broeders om bekend. En zij worden daarom geprezen.
Helaas, helaas. Daar is het niet bij gebleven. Afgunst, jaloezie, twist, verzet, vervolging, opstand, strijd en gevangenschap zijn in de plaats gekomen van vrede en rust. “De dommen hebben zich tegen de wijzen gekeerd”. En dan is het hek van de dam. En het is door onrechtvaardige en goddeloze afgunst dat de dood in de wereld is gekomen. Kaïn sloeg Abel dood. Jozef werd verkocht. Mozes werd genoopt te vluchten. David werd door Saul vervolgt.
En het zijn niet alleen de bijbelse tijden die Clemens naar voren brengt. Ook Petrus en Paulus, kampvechters van onze generatie zijn verheven voorbeelden. “Door afgunst en jaloersheid werden deze machtige pilaren van de kerk vervolgt”. “Petrus die om ongerechtvaardigde afgunst niet één of tweemaal, maar telkens kwellingen heeft ondergaan en die na op deze manier getuigenis heeft afgelegd, heenging naar de hem toekomende glorierijke plaats”. “Door afgunst en twist liet Paulus de kampprijs zien die verbonden is aan volharding”. Op dit punt wordt zijn tekst opeens spannend voor geschiedkundigen, want na dit stukje schrijft Clemens in duidelijk taal dat Paulus zijn werk tot het uiterste westen had weten te voltooien. Is Paulus in Spanje geweest? Op basis van deze tekst moet een ja volgen. Maar wetenschappers zijn er niet over uit.
Hoe gaat de tekst verder? We beperken ons vanaf nu, anders wordt dit een onleesbaar lang stuk. “Geliefden, dit schrijven we niet alleen om u te vermanen maar ook om het onszelf in herinnering te brengen, want we bevinden ons in hetzelfde strijdperk en dezelfde strijd is ons opgelegd”. Verbinding zoeken, dat is een kracht en dat lukt hier op mooie wijze. “Laten we daarom de zinloze en ijdele gedachten varen en komen tot de roemrijke en eerbiedwaardige regel van onze overlevering”.
Ik besluit met een evaluatie van wat nu volgt. Clemens gaat beginnen over de kerk van het christelijk geloof, over de regel van onze overlevering. Als ik Stefan Paas moet geloven (Vrede op aarde) dan ging het in de Vroege Kerk niet of nauwelijks over het verzoenend sterven van Jezus. Nee, het zou gaan om zijn overwinnend sterven. Nu heb ik hier de (op de bijbel na) vroegste bron van de christelijke kerk bij de hand en in hoofdstuk 7 en 8 gaat Clemens de grond van zijn geloof uiteenzetten. Het verwijst naar het kostbare bloed van Jezus, kostbaar in de ogen van de Vader omdat het om ons te redden is uitgestort. Het heeft de genade van de bekering gebracht (Vgl 1 Petrus 1,19). Noach en Jona preekten bekering. Ze bekeerden zich van hun zonden en stemden God goedgunstig door hun smeking. Zo ontvingen ze als vreemden redding van God (VII.4-7). Als ik het juist evalueer, dan is hier geen sprake van een overwinning over een extern kwaad, nee hier is sprake van een relatie tussen redding en zonden. Hier is sprake van boete en bekering in antwoord op de kruisdood van Jezus. Het volgende hoofdstuk (VIII) bevestigd slechts wat hier staat, onder verwijzing naar Hosea 14:2 en Jesaja 1:16-20. Bekering is geen drama, bekering van zonden en gehoorzaamheid aan God is redding door Jezus.
コメント