top of page

Het Laatste Oordeel

ὥσπερ ὁ ποιμὴν ἀφορίζει τὰ πρόβατα ἀπὸ τῶν ἐρίφων (Mattheus 25:32)

gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt



Detail Mozaïek, Byzantium 6e eeuw

Ik schreef voor mijn opleiding theologie een paper over het laatste oordeel. We kunnen daarvan veel aspecten in de bijbel vinden. Wie kent niet de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze meisjes. Allen gingen naar het feest van de bruid en de bruidegom, maar vijf werden niet toegelaten. Dit verhaal heeft een boodschap. Het is een beklemmende boodschap, omdat het perspectief van het verhaal afsluit met de meisjes die aan de buitenkant van de deur staan. De hoorder van het verhaal staat ook buiten en hij krijgt de vraag: hoe kom jij ooit binnen? Indringender kan een boodschap niet verteld worden. Dit was één van de weinige schriftgedeelten uit mijn jeugd die in mijn nachtelijke dromen terugkwamen. Niet alle verhalen gaan zo. Een andere beklemmend beeld van die buiten staan levert het verhaal van Noach. Hijzelf en alle dieren gaan in de ark. Dan doet God de deur dicht en gaat de wereld ten onder aan de zondvloed. Dan stopt het verhaal niet, maar we varen in het verhaal als het ware verder met Noach en zijn boot en hoe God door het oordeel heel redding brengt.


Het laatste oordeel komt vaak in de bijbel voor. De oude profeten spraken al over de Dag van de Heere. Een moment in de toekomst, wanneer de zon zal verduisteren. De maan zal veranderen in een bloedrode kleur. Wolken als pilaren zullen opgaan. Een indringend catastrofaal beeld. Ook hier weer een beeld. Wanneer de hemellichamen zullen moeten luisteren naar de stem van God en op de achtergrond het signaal van de bazuin klinkt, dan zal het oordeel komen. Het komt definitief. Het oordeel komt zeker. Het zal voltrokken worden aan alle rechtvaardigen en aan alle onrechtvaardigen.


Waar doelen die beelden op? Horen die beelden wel bij God genade? Hoe kunnen we dit definitief oordeel afwegen tegen Gods liefde, die toch alomvattend is? De bijbel kent op deze vragen verschillende antwoorden. Het meest makkelijke antwoord wat wij mensen kunnen geven is dat beeldspraak niet zo bedoeld is als het is opgeschreven. Dan ontdoen we de beelden van het realistische karakter dat ze hebben. Dan kunnen we juist door de beeldspraak ontsnappen aan de werkelijkheid ervan. Beelden zijn dan overdrijvingen van een werkelijkheid die we anders moeten opvatten. De toekomst en het laatste oordeel worden dan opgesloten in het bereik van het menselijke voorstellingsvermogen. Een eeuwigdurende straf kunnen we in sommige gevallen wel voorstellen, maar natuurlijk niet voor de gewone huisvader die om de paar jaar een nieuwe auto koopt en in zijn vrije tijd met modeltreintjes speelt. Daar zit geen kwaad bij.


De bijbel ziet dat echter anders. Jezus brengt het definitieve oordeel naar voren in zijn bekende rede over de laatste dagen. Die is genoteerd in Mattheus 25. Het oordeel zal voltrokken worden, zoals een herder de schapen en de bokken scheidt. Stuk voor stuk worden ze bekeken en beoordeeld. De ene helft gaat naar rechts. De andere helft gaan naar links. De schapen zullen de gelukzaligheid van de hemelse heerlijkheid binnen gaan. De bokken, de boosdoeners, zullen kermen van pijn in de eeuwige rampzaligheid. In de schilderkunst is dit tafereel tot grote hoogten gestegen. Er zijn altaarluiken volgeschilderd met het tafereel van het laatste oordeel. De bekendste naam binnen onze contreien is die van Hieronymus Bosch. De duivels kwellen vol kwaadaardigheid hun menselijke onderdanen die ze voor eens en altijd in bezit nemen. Het is een letterlijke weergave van wat de bijbeltekst in zich omdraagt. Zij die geen beker water over hadden voor dorstigen, zullen dorst lijden in de eeuwige pijn. Voor beulen die de onderdrukten hebben gepijnigd, zal een eeuwigheid van foltering overblijven. Zowel in de christelijke traditie, maar ook in het jodendom, is de relatie tussen overtreding en straf zeer visueel gemaakt. Hoewel me de letterlijkheid daarvan iets te ver gaat, zit in dit denken een kern van waarheid. Tom Wright stelt het ongeveer zo: Een mens die ver voortgeschreden is op de weg van geweld, seks, onderdrukking, machtsmisbruik en elk moment van bekering naast zich heeft neergelegd zal na zijn dood, naar zijn eigen keus, een wezen worden die ooit mens was, maar dat nu niet meer is. De mens verliest het beeld van God wat in hem is, en wat hij in zijn leven dag in dag uit geweld heeft aangedaan. Nee, dit is geen annihilationisme (de leer dat de mens bij de dood ophoudt te bestaan). De mens die voortgaat in zonden wordt voor eens en altijd gescheiden van God. Hij heeft niets meer van doen met het goede, en dat is volgens Augustinus, ernstiger dan alle voorstellingen van de hel bij elkaar.


Lucas van Leyden, Drieluik 'Het laatste oordeel', 1527

Het laatste oordeel is het uiteindelijke oordeel. Het is finaal. Daarna houdt het op. God heeft rechtgedaan. De vraag begint te klemmen hoe we zelf in dat oordeel en gericht staande zullen blijven. Kunnen onze daden de toets van bijbelse kritiek doorstaan. Leven we met een gevoel van schijnveiligheid die zich beroept op de genade van God, maar die genade als goedkoop behandeld. Dat toch alles in Gods liefde opgaat? Misschien zelfs die vorm van theologie die in lijn met Berkhof de werkelijkheid van het oordeel wil laten staan, maar die denkt dat uiteindelijk de straf door loutering heen opgaat in de vrije genade van God?


Dat laatste lijkt me niet juist. Het oordeel is finaal. Het is definitief. Aan het oordeel kunnen we slechts ontkomen door het oordeel van God over deze wereld te aanvaarden. Of om het persoonlijker te zeggen. Wanneer we leren doemwaardig te zijn. Willen we achter het kruis van Christus leven, dan zullen we met dat kruis ook moeten sterven. Het kruis dat gaat over het oordeel in de wereld. Het kruis waarmee de mens zich niet wil identificeren. De gestalte van Jezus vonden we niet om aan te zien. We keerden onze gezichten ervanaf. Maar door kruis en opstanding heen is Jezus verheerlijkt en aan Hem is de macht over deze wereld gegeven om te oordelen. In Zijn verheerlijking zal Hij zijn macht tonen over dood en leven: de schapen naar de ene en de andere naar de andere zijde. En zij die aan deze kant van het oordeel het kruis hebben gedragen, die tot bloedens toe hebben mogen volhouden om in Zijn kracht voort te gaan, die zullen met Hem leven in heerlijkheid.

 

A. van de Beek, God doet recht: Eschatologie als christologie. Zoetermeer: Meinema, 2008.

Arnold Huijgen, Waarom de wereld een hel nodig heeft. Utrecht: KokBoekencentrum, 2023.

Tom Wright, Verrast door hoop. Franeker: Van Wijnen, 2010.

Augustinus, De Civitate Deï. “St. Augustine's City of God” in Nicene and Post-Nicene

Fathers vol 10.  Philip Schaff (red). Peabody, Hendrickson, 1995.

Jon D. Levenson. Creation and the Persistence of evil. The Jewish drama of Divine Omnipotence. Princeton: University Press, 1994. Epub.


 

21 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page