De aanval van Hamas op 7 oktober en de oorlog in Gaza heeft Israel opnieuw in het centrum van de publieke belangstelling gezet. De in westerse landen aanwezige spanning is zichtbaar in vele demonstraties, ongezouten publieke opinies en lichtzinnige veroordelingen van het publiek. Deze achtergrond vormde voor mij aanleiding binnen het vak theologische ethiek om mij te verdiepen in het vraagstuk van de holocaustherinnering.
Welk vraagstuk bedoel ik? Het Joodse volk draagt sinds de Tweede Wereldoorlog een verschrikkelijke en onthutsende herinnering met zich mee. De wijze waarop het volk is vernietigd is ongekend. Historici kennen daar vele aanduidingen voor en ondanks de verschrikkelijke diversiteit van de moord, kunnen we vasthouden aan de gedachte van industriële en bureaucratische vernietiging. Nee, het ging volstrekt niet zo efficiënt als in een bedrijf dat naar winstmaximalisatie streeft, maar het was wel zodanig onderdeel van de moderne samenleving dat alle middelen zijn ingezet om dat doel te bereiken.
Het leed wat volgt is exclusief. Rouw dien je integer te behandelen. Je moet mensen de ruimte en de erkenning geven. De verschrikkelijkheden zijn uniek. Het is deze uniciteit die het herinneringscultuur in de eerste plaatst stempelt. Velen die overleefden hebben hun leven geen goede invulling meer kunnen geven. Spreken kon niet. Slechts gefluister achter zakdoeken. Voor een enkeling was de tragiek zo erg, dat niets anders dan suïcide overbleef. De ontstellende werkelijkheid om als overlevende in een omgeving door te brengen die je leed niet goed beseft, heeft het joodse volk opnieuw in een isolement gedreven. Zichtbaar in een nationale staat, maar als tegenhanger daarvan, ook decennialang onzichtbaar in de westerse maatschappij.
Binnen de maatschappij was nauwelijks ruimte voor herdenking. De nationale herinnering werd gekleurd door helden en wederopbouw. Een moeilijke periode moest worden afgesloten. De Joodse herinneringscultuur is zodoende nooit op volwassen manier in de samenleving geïntegreerd. Daarbij wil ik twee voorbeelden geven die me te binnen schieten. Het eerste is dat de Spoorwegen pas in de 21e eeuw iets heeft verklaard over haar bijdrage aan het leed. En het tweede is dat de overheid pas in 2023 een museum heeft geopend met het predicaat nationaal. Hier vallen natuurlijk vele nuanceringen te maken. Mijn punt ligt echter iets verder dan dat er alleen maar erg laat is gehandeld. Ook andere onderdelen van de manier waarop verzoening en vergeving moeten plaatsvinden zijn nauwelijks in acht genomen. Zoals genoegdoening. Daders zijn niet duidelijk genoeg gestraft, zeker in de eerste jaren naar de oorlog zijn vele misdadigers weggekomen met onbegrijpelijk lage straffen en de showprocessen tegen secretaresses en andere onbelangrijke pionnen in het kampbewakingssysteem zijn symptomen van een veel te laat begrip. De woede die Renate Laqueur in 1945 van zich afschreef en haar leven is bijgebleven vraagt nog steeds om genoegdoening (Dagboek Bergen-Belsen, Meulenhof 2022).
Tegenover uniciteit staat universaliteit. De verschrikkelijkheden van 1933-1945 kunnen vergeleken worden met allerlei ander etnisch geweld. Hele wetenschappelijke discussies kan je navorsen op de verhouding van dit leed tot die van de slavernij. Maar ook genocides die wereldwijd worden gepleegd worden in meer of mindere mate vergeleken. En de vraag is of dat terecht is. Een belangrijke schakel in deze ontwikkeling is de definitie van het begrip genocide dat in het internationale recht is geïntroduceerd en uitgewerkt in reactie op de holocaust. Velen hebben zich gerealiseerd dat we als internationale gemeenschap deze vormen van geweld moeten voorkomen. Volkenmoord moet koste wat kost voorkomen worden. De mens kan binnen korte tijd degenereren tot een vernietigingszucht van een dier, en daar moeten we blijvend waakzaam voor zijn (Zygmunt Bauman. De moderne tijd en de holocaust, vertaling Jan Willem Reitsma. Amsterdam: Boom, 1998). Het kan zo weer gebeuren. En die dringende oproep is nog niet aan kracht ingeboet.
En daar gaat het haken in 2024. Nu in Gaza allerlei oorlogshandelingen worden gepleegd gaan de uniciteit en universaliteit door elkaar heen lopen. Wat kan ik daar aan bijdragen?
Mijn eerste punt is dat we als westerse samenleving nooit mogen vergeten hoe we onze verantwoordelijkheid in en voor de oorlog hebben verzaakt. Daarbij zou je onderscheid kunnen maken in de mate waarin verschillende Europese landen verantwoordelijk zijn. Maar het is zonder meer duidelijk dat de wegvoering en vernietiging van de joden tijdens holocaust rust op het collectieve geweten van de samenleving en Europa. En dat vereist vergeving en genoegdoening. Onderdeel daarvan is en blijft de zionistische oplossing om het Joodse volk een eigen staat te geven. Een veilige plek om te wonen zonder belaagd en bedreigd te worden vanwege hun etniciteit. Belangrijker is echter dat je met hen in gesprek blijft. Geef ruimte aan hun lijden. Geef ruimte aan die decennia van gebrokenheid en herinnering en geef allereerst ruimte om hun leven op hun eigen manier invulling te geven. En laat het aan onze overheid om op bilateraal niveau gesprekken te voeren over de gerezen vraagstukken. De (internationale) samenleving is niet gebaat bij een golf aan onjuiste berichtgeving, haatzaaiende propaganda en hernieuwde oproepen om tot moord op joden over te gaan.
Mijn tweede gedachte is dat de huidige herinneringscultuur blijkbaar faalt. De universaliteit gaat voor de uniciteit en ondanks de vele programma’s in het onderwijs is het antisemitisme springlevend. Feiten worden ontkend. Israël wordt gediscrimineerd. Joden uitgescholden. Je vraagt je af wat nu precies wordt onderwezen. Blijkbaar wordt het leed van een ander voorgehouden met een morele oproep om het niet zover te laten komen. Vanuit de joodse gemeenschap werd onlangs nog een scherp verwijt geuit richting de politiek, om de herinnering van de 6 miljoen omgekomen joden niet te gebruiken voor eigen politiek gewin. De herinneringscultuur is verworden tot een symbool van de eigen individuele voorkeuren en ideeën over goed en kwaad waarbij het leed van de ander altijd secundair is geworden aan het leed wat zelf ervaren wordt.
Aanbevolen boeken en artikelen
Tracy Adams and Shmuel Lederman, “The Currency Value of the Holocaust and the Dynamics of ‘Zombie Memory’: Toward a Reconceptualization of Contemporary Holocaust Remembrance,” The Journal of Holocaust Research 38 nr. 2, 139-153, DOI: 10.1080/25785648.2023.2289785
Inzichtgevend artikel over hoe de herinneringscultuur is verworden tot het gebruik van de holocaust als symbool voor universeel kwaad. Voorbeelden uit de Spaanse politiek worden gebruikt,
Arendt, Hannah. Antisemitisme, vertaling en glossarium Willem Visser. Amsterdam: Boom, 2021. Arendt, Hannah. Eichmann in Jeruzalem: de banaliteit van het kwaad. Amsterdam: Atlascontact, 2016.
Hannah Arendt was een politicoloog die vanuit dat perspectief de ontwikkeling van het antisemitisme in de 19e eeuw beschreef als een liberaal fenomeen. Dit boek maakt onderdeel uit van een trilogie die de oorzaken van het totalitarisme onderzoekt. Het antisemitisme uit de oorlog is dus geen brute voorzetting van religieus geïnspireerde haat, maar stoelt op moderne ideeën en moderne ontwikkelingen in de natiestaat.
Het verslag van Eichmann in Jeruzalem gaat over het tegen hem gevoerde proces voor zijn aandeel in de Entlösung. Arendt verbaasde zich er zeer over hoe een onbetekenende kantoormannetje tot zulke monsterlijke daden kwam. Zij poneerde de gedachte dat de holocaust alleen had plaats kunnen vinden door de verregaande bureaucratisering. Een gedachte die nog steeds onderdeel is van het collectief aan verklaringen.
Bauman, Zygmunt. De moderne tijd en de holocaust, vertaling Jan Willem Reitsma. Amsterdam: Boom, 1998.
Onderschrijft de stellingen van Arendt, maar dan uit sociologisch perspectief.
Browning, Christopher. Doodgewone Mannen: De rol van een Duits politiebataljon in de Endlösung in Polen. Utrecht: Omniboek, 2000.
Befaamde studie naar de ontwikkeling van gewone militairen tot massamoordenaars. Deze studie heeft het klassieke onderscheid tussen nazi’s en Duitsers opgeheven.
Fogu, Claudio en Wulf Kansteiner (red). Probing the ethics of Holocaust culture. Londen: Harvard University, 2016.
Weergave van historiografische debatten over de manier waarop geschiedschrijving moet plaatsvinden en welke betekenis daar aan gehecht kan worden.
Goldhagen, Daniel Jonah. Hitlers gewillige beulen. Antwerpen: Standaard, 1996.
Studie waarin de verantwoordelijkheid opgerekt wordt tot elke individuele Duitser. Stellingen die door andere historici zijn weersproken.
Gushee, David P. Introducing Christian Ethics: Core Convictions for Christians Today. Canton: Front Edge, 2022. Gushee, David P. The Righteous Gentiles of the Holocaust: A Christian Interpretation. Minneapolis: Fortress, 1996.
Algemene inleiding op de ethiek met enkele paragrafen over de holocaust. En een gedetailleerde studie naar de motieven van mensen die hulp verleenden aan joden tijdens de oorlog.
Haan, Ido de. Na de ondergang: De herinnering aan de Jodenvervolging in Nederland 1945-1995. Den Haag: Sdu, 1997. Bart Wallet, “‘Men vrage ons niet, te vergeten’ Joodse erinneringscultuur van de Tweede Wereldoorlog in Nederland.“ In Heilige stilte: Publieke religie en de Nederlandse dodenherdenkingen sinds 1945, Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme na 1800; Vol. 29. K-J. de Jager en B. Wallet (Red.), 124-149. Kampen: KokBoekencentrum, 2021.
Boek en boekhoofdstuk over het functioneren van de publieke holocaust herdenking in Nederland waarbij Wallet focust ook verschillende manieren van herdenken binnen de joodse gemeenschap zelf.
Prosman, Ad. De onverwerkte holocaust. Zoetermeer: Boekencentrum, 2015.
Theologisch onderzoek naar de verantwoordelijkheid van de christelijke kerken en de schuldvraag na de oorlog.
Snyder Timothy. Zwarte Aarde: De geschiedenis van de Holocaust. Amsterdam: Ambo, 2015.
Overzichtswerk waarin de schrijver onderzoek doet naar de rechtspositie van Joden in Oost-Europa waarin hij de holocaust vooral mogelijk ziet worden gemaakt door de afwezigheid van een rechtsorde.
Overzichtswerken:
Friedländer, Saul. Nazi-Duitsland en de Joden. Deel 1: de Jaren van Vervolging 1933-1939. Deel 2: De jaren van vernietiging 1939-1945. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2007
Presser, Jacques. Ondergang: De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945, 2 delen. Den Haag: Staatsuitgeverij, 1985.
Stone, Dan. De Holocaust: Een onvoltooide geschiedenis, vertaald door Marianna Kerkhof, Marjolein Meiderts en Jonas de Vries. Amsterdam/Antwerpen: Atlascontact, 2023.
Comments