top of page

Literatuurkritiek

Literatuurkritiek is een serieuze aangelegenheid. Dat weet ik nu ik een tweetal boeken heb gelezen waarin recensenten en andere mensen met een opleiding en/of een mening iets weten te zeggen over boeken. Het eerste boek is van Hans Werkman en heeft de titel Met man en muis bijeen. Het andere betreft een verzamelbundel Het leven volgens Oek de Jong waarin allerlei beschouwingen zijn opgenomen die op een symposium over zijn werk zijn uitgesproken.


Het leek me interessant om mijn leeservaring van Pier en Oceaan eens te toetsen aan wat andere mensen ervan vonden. Sinds het eerste millennium voor Christus kennen we al de befaamde woorden van Ecclesiastes ‘dat er niets nieuws onder de zon is.’ Zo is het eigenlijk ook met literatuur. Weet je een boek te duiden te midden van de klassiekers van voorgaande eeuwen, ben je in staat op literaire verwoordingen te herkennen en kan je op grond daarvan een beargumenteert oordeel vellen over een boek, dan ben je recensent waardig. Aap je de uitgever na, werk je mee aan de marketing of ben je een zieligerd die zonder reden een boek van een mening voorziet, dan behoor je niet tot de toppen van de Mont Parnassus Magnus.


Ik val in de laatste categorie en ik heb daar vrede mee.


Een van de belangrijkste redenen is namelijk dat ik meer met de berg Moria heb en ook nog wel eens geestelijk langs de Sinaï wandel. Dat is in een tijd van antisemitisch geweld een hele uitdaging, maar toch wordt ik liever met Jezus op de Olijfberg aangetroffen van met Dionysius op de berg Olympus.


Christelijke literatuurkritiek heeft zijn eigen uitdagingen. Het ethische kader is duidelijk en wordt door de Bijbel aangereikt. Platte hedonistische teksten kunnen de diepere begeerten naar taalrijkdom niet bevredigen. Het onderscheid tussen erotiek en vulgaire seks wordt bemoeilijk door de duisternis van de echtelijke slaapkamer die onthulling terecht in de weg staat. De christelijke pers heeft een publiek die zich negatief verhoudt tot de wereldse verleidingen en deze wordt dus in verschillende gradaties aangesproken. ‘Blijf er van weg’ kan even makkelijk klinken als ‘lees het maar gerust’ en is afhankelijk van de houding van de criticus ten opzichte van de cultuur. Sommigen leven nog steeds in een antithese. Anderen zijn zo in hun omgeving opgegaan dat het predicaat christelijk nog moeilijk te geven is.


In de beoordeling van het boek Pier en oceaan zijn me een paar dingen opgevallen. Hij valt in het genre coming-of-age romans. Dat is een genre waar de ontwikkeling van een jong persoon wordt beschreven in zijn groei naar volwassenheid. We kunnen het dus ook gewoon benoemen als ontwikkelingsroman. Maar in de tijd van de verengelsing van de taal is het dus chiquer om coming-of-age te zeggen. Duidelijker dan eerst is mijn verwondering over het gebrek aan argumenten om van het klassieke godsgeloof af te raken. Oek de Jong geldt op grond van een gedeelte van zijn oeuvre als een spiritueel schrijver. In een tijd dat spiritualiteit niet modieus was, wist hij dit weer voor het voetlicht te brengen. Hij onderzoek de mystiek en voelt zich daarmee verwant.


Maar hoe kan je zijn mystiek nog verbinden met het christelijk geloof? Eigenlijk niet. Oek de Jong heeft een metaverhaal buiten het geloof aangenomen en verbindt zijn mystiek aan het accepteren van het leven zoals dit zich aan hem voordoet. Dat is een typische houding die je eigenlijk alleen bij 20e-eeuwers van na de oorlog kunt aantreffen. Want hoe zou zijn bildung geweest zijn als hij een generatie eerder geboren zou zijn en onder de last van oorlog en hongersnood zou zijn opgegroeid? Aan welke stoffelijke en mystieke elementen zou hij dan vastgehouden hebben? De voorkeur voor meister Eckhart (1260-1328) is een voorbeeld. Het is me tot heden altijd gelukt om deze Dominicaanse monnik heen te leven, maar nu moet ik toch tot een beoordeling komen. Grofweg brengt Eckhart op twee elementen aanpassingen aan, waardoor zijn mystiek het typische christelijke overstijgt. Het eerste is dat zijn voorstelling van de verbinding tussen God en mens als pantheïstisch kan worden getypeerd. Dat heft de klassieke scheiding tussen God en mens op en dat is in de christelijke traditie altijd als bedenkelijk ervaren. Een ander element is de ontlediging van het zelf. Deze typische kleuring van mystiek vindt je overigens nog steeds in gereformeerde kringen, waarbij het een voorstadium is van het gevuld worden door de liefde van Christus. Een literair voorbeeld daarvan is Hans Sievez die geknield voor zijn violen een Godsontmoeting meemaakte en daar de rest van zijn leven naar terugverlangde. Dit typische element van bevindelijke vroomheid werd overigens niet binnen de Gereformeerde Kerken gevonden waar Oek de Jong opgroeide. Bevindelijke vroomheid neigde naar hysterie, vonden velen van die richting. Uit het gesprek tussen Hans Werkman en De Jong blijkt de eerste geen attitude te hebben voor de zoektocht en de verinnerlijking bij De Jong terwijl de laatste nooit enig protestant werkje van piëtistische snit heeft gelezen.


Kees van der Kooi, systematisch theoloog, probeert de zintuiglijkheid en de innerlijke ervaring van  Pier en Oceaan te interpreteren en te duiden. Hij komt tot de conclusie dat Oek de Jong een vorm van liefdesmystiek bevat die doet denken aan Augustinus. Nu is het niemand verboden om vrij te associëren op het thema mystiek, maar de liefdescomponent van Augustinus schakelt juist alle zintuiglijkheid uit. Was hij het niet die een groot deel van de westerse wereld voor een lange tijd tot erotofoob heeft gemaakt? Het is daarom bijzonder jammer dat Kees van de Kooi het vakgebied van de ethiek niet heeft ingebracht om een paar punten te maken. Hij schrijft weliswaar dat Abel Roorda een ‘onverbeterlijk egocentrisch joch’ is, maar velt vervolgens geen oordeel over een paar gebeurtenissen die je als ‘seksuele escapades’ kunt betitelen. Wat is zintuiglijkheid nog waard als het de ander schaadt? En welk mystiek element van ontlediging zou bijdragen aan het goddelijke als de persoon waar je mee vrijt niet je eigen partner is waar je in liefde en trouw het leven deelt. Afijn, de literaire kwaliteiten van De Jong verdoezelen de ernst van de gebeurtenissen. Maar naar mijn mening heeft De Jong het christelijke geloof ingeruild voor het ervaren van het hier en nu. Dat is een boodschap die niet bestand is als de dood straks een definitief eind maakt aan de zintuiglijkheid van dit aardse leven.


Johan Goud (red). Het leven volgens Oek de Jong. Klement: Zoetermeer, 2014.

Hans Werkman. BIJEEN met MAN en MUIS. EON Pers: Amstelveen, 2009.

 

 

 

 

 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

De hedendaagse rijke

Voor mijn stage schrijf ik bijbelleesplannen. Dit is een van de varianten waarmee ik de begeleider waarschijnlijk op de kast krijg. Of...

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating

Reageren of boekentips? Stuur mij een bericht:

Dank voor je bericht

© 2024 by Herman. Powered and secured by Wix

bottom of page